donderdag 16 september 2010

De snurkende walrus

Tedere klanken van de piano. De violen zwellen aan. Opperste concentratie bij de dirigent. Het geluid van het orkest zwelt aan en keert dan terug tot fluisterniveau. De hele zaal luistert ademloos.

En dan, ineens, een grote snurk. Vlak naast je oor. Of een hoestbui. In je nek. Een knisperend papiertje van een snoepje. Tussen jou en de piano in.

Het blijft me keer op keer verbazen. Dat ultra-nette Concertgebouw publiek. Keurige mensen uit gegoede families. Vinden ze zelf, in ieder geval. En dan het gerochel, de schurkende geluiden, het geproest. Goed, het kan je een keer overkomen, dat je een hoest niet onder controle hebt. Maar het geluid van de zaal tijdens een kleine stilte tussen twee delen van een symphonie in, doet een collectieve epidemie vermoeden waar het RIVM “zijn vingers bij zou aflikken”. Om maar eens met de woorden van onze aanstaande premier te spreken.

Gisteren heeft mijn moeder ongeveer het hele concert één oor af moeten dekken. Naast haar een astmatische (?) meneer, die zo zwaar ademde en om de 5 minuten het geluid van een snurkende walrus maakte. Waarschijnlijk heeft hij zelf niet in de gaten hoeveel geluid hij maakt. En hoe storend dat kan zijn voor anderen.

En dan het dilemma: zeg je er wat van? Of niet, en laat je het zo, ook bij de volgende concerten die gaan komen? Zangeres Elly Ameling onderbrak eens een concert en vroeg de zaal: “Stoort het u dat ik zing terwijl u hoest?”


Reageren? Leuk, maar graag op Calijn's Gepeins (http://calijn.blogspot.com)